In deze blog leg ik uit wat vleesetende planten eigenlijk zijn en hoe ze insecten vangen. Het was niemand minder dan Charles Darwin die in 1875 het eerste bewijs gaf dat deze speciale groep van planten effectief vleesetend was. Sindsdien zijn er al meer dan 600 tot 1000 verschillende soorten van vleesetende planten beschreven.
Wat is een vleesetende plant nu precies?
Alle planten hebben in meer of mindere mate voedingsstoffen nodig. Vleesetende planten hebben zich echter doorheen de jaren aangepast om op voedselarme en vaak natte bodems te kunnen leven. Door het vangen van kleine prooien nemen deze planten vooral stikstof en fosfor op. Deze prooien zijn vooral kleine insecten zoals vliegen en mieren. Deze twee elementen zijn erg belangrijk voor de groei van planten. Er zijn verschillende soorten vleesetende planten die op allerlei andere manieren hun prooi vangen.
Een plant kan als vleesetend beschouwd worden als aan drie voorwaarden voldaan wordt:
Soorten vleesetende planten
Er zijn verschillende soorten vleesetende planten die afzonderlijk van elkaar geëvolueerd zijn met verschillende vangmethoden. Een eerste methode is de kleefval, deze planten vangen kleine insecten doormiddel van een soort lijmachtige vloeistof die door de bladeren wordt uigescheiden. Bij sommige soorten kan het blad zich zelf helemaal rondom de prooi winden. Voorbeelden van kleefvallen zijn de zonnedauw (Drosera) en het vetblad (Pinguicula).
Een andere vangmethode zijn de bekervallen. Vaak worden de prooien doormiddel van felle kleuren of geur aangetrokken. Doordat de randen van de beker zeer glad zijn is de kans erg groot dat de prooi in de beker valt. Het is dus een fabeltje dat de bekers zichzelf sluiten. Bij bijvoorbeeld de Noord-Amerikaanse bekerplant of trompetbekerplant (Sarracenia) is de binnenkant van de beker behoorlijk behaard waardoor insecten niet kunnen ontsnappen. Bij andere bekerplanten zoals de tropische bekerplant (Nepenthes) en de Australische bekerplant (Cephalotus) is er dan weer een hele grote hoeveelheid vloeistof in de beker waardoor insecten ook niet kunnen ontsnappen. Een gelijkaardige methode van vangen zijn de fuikvallen zoals de cobra-lelie (Darlingtonia californica). Bij deze methode vallen de prooien niet in de val zoals bij een bekerval maar wandelen ze er vanzelf in. Doordat er zich kleine witte venstertjes bevinden aan de bovenkant van de val geraken de insecten gedesoriënteerd.
De welbekende venusvliegenvanger (Dionaea muscipula) maakt dan weer gebruik van snelle klemvallen. Aan elke kant van het blad staan 3 voelhaartjes, als er 2 keer binnen de 20 seconden een voelhaartje wordt aangeraakt dan zal de val sluiten. Indien er ook daadwerkelijk iets in de val zit dan zal dit de plant verder stimuleren om de de val volledig af te sluiten verteringssappen los te laten.
Een vleesetende plant die verder ook in Nederland en België voorkomt in dezelfde gebieden als zonnedauw is blaasjeskruid (Utricularia), de plant maakt gebruik van zuigvallen. De blaasjes bevinden zich onderwater en vullen zich met lucht doordat de plant de vloeistoffen uit de blaasjes wegpompt. Wanneer er een prooi dicht bij de val komt dan wordt de val geopend en stroomt het water met de prooi naar binnen waarna de vertering kan beginnen.
Verzorging van vleesetende planten
Op onze website vind je ook verzorgingstips voor de verschillende vleesetende planten soorten.
Wat is een vleesetende plant nu precies?
Alle planten hebben in meer of mindere mate voedingsstoffen nodig. Vleesetende planten hebben zich echter doorheen de jaren aangepast om op voedselarme en vaak natte bodems te kunnen leven. Door het vangen van kleine prooien nemen deze planten vooral stikstof en fosfor op. Deze prooien zijn vooral kleine insecten zoals vliegen en mieren. Deze twee elementen zijn erg belangrijk voor de groei van planten. Er zijn verschillende soorten vleesetende planten die op allerlei andere manieren hun prooi vangen.
Een plant kan als vleesetend beschouwd worden als aan drie voorwaarden voldaan wordt:
- De plant kan prooien vangen
- De plant kan de prooi verteren
- De plant kan de voedingsstoffen van deze prooi opnemen
Soorten vleesetende planten
Er zijn verschillende soorten vleesetende planten die afzonderlijk van elkaar geëvolueerd zijn met verschillende vangmethoden. Een eerste methode is de kleefval, deze planten vangen kleine insecten doormiddel van een soort lijmachtige vloeistof die door de bladeren wordt uigescheiden. Bij sommige soorten kan het blad zich zelf helemaal rondom de prooi winden. Voorbeelden van kleefvallen zijn de zonnedauw (Drosera) en het vetblad (Pinguicula).
Een andere vangmethode zijn de bekervallen. Vaak worden de prooien doormiddel van felle kleuren of geur aangetrokken. Doordat de randen van de beker zeer glad zijn is de kans erg groot dat de prooi in de beker valt. Het is dus een fabeltje dat de bekers zichzelf sluiten. Bij bijvoorbeeld de Noord-Amerikaanse bekerplant of trompetbekerplant (Sarracenia) is de binnenkant van de beker behoorlijk behaard waardoor insecten niet kunnen ontsnappen. Bij andere bekerplanten zoals de tropische bekerplant (Nepenthes) en de Australische bekerplant (Cephalotus) is er dan weer een hele grote hoeveelheid vloeistof in de beker waardoor insecten ook niet kunnen ontsnappen. Een gelijkaardige methode van vangen zijn de fuikvallen zoals de cobra-lelie (Darlingtonia californica). Bij deze methode vallen de prooien niet in de val zoals bij een bekerval maar wandelen ze er vanzelf in. Doordat er zich kleine witte venstertjes bevinden aan de bovenkant van de val geraken de insecten gedesoriënteerd.
De welbekende venusvliegenvanger (Dionaea muscipula) maakt dan weer gebruik van snelle klemvallen. Aan elke kant van het blad staan 3 voelhaartjes, als er 2 keer binnen de 20 seconden een voelhaartje wordt aangeraakt dan zal de val sluiten. Indien er ook daadwerkelijk iets in de val zit dan zal dit de plant verder stimuleren om de de val volledig af te sluiten verteringssappen los te laten.
Een vleesetende plant die verder ook in Nederland en België voorkomt in dezelfde gebieden als zonnedauw is blaasjeskruid (Utricularia), de plant maakt gebruik van zuigvallen. De blaasjes bevinden zich onderwater en vullen zich met lucht doordat de plant de vloeistoffen uit de blaasjes wegpompt. Wanneer er een prooi dicht bij de val komt dan wordt de val geopend en stroomt het water met de prooi naar binnen waarna de vertering kan beginnen.
Verzorging van vleesetende planten
Op onze website vind je ook verzorgingstips voor de verschillende vleesetende planten soorten.
Optioneel
Featured Products
'Pink Thing' MKH187
18,00 €
Sarracenia "Crimson Wave"
12,00 €
x moorei 'Leah Wilkerson'
45,00 €
39,99 €
leucophylla, typical
10,00 €
8,50 €